Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
Search in posts
Search in pages
dslc_downloads
events_agenda
klanten
dslc_projects
vacature
dp header blog

Interview Binnenlandsbestuur

  • 30 oktober 2017

GEMEENTEN SPELEN DATAPOLY

Sjoerd Hartholt 18 mei 2017  op binnenlandsbestuur

Ambtenaren die van Monopoly houden, kunnen hun hart ophalen. Datapoly, een serieuzere variant van Monopoly,
wordt door diverse gemeenten gespeeld. Het spel is bedoeld voor ambtenaren die regelmatig aan dataprojecten
werken. Door Datapoly te spelen denken ze spelenderwijs na over diverse vraagstukken rondom data, zoals datakwaliteit en
privacy. Inmiddels heeft ook KING het geadopteerd.

Het model achter het spel

Ronald Damhof, data-architect bij De Nederlandsche Bank, bedacht het model dat de basis vormt voor Datapoly. Aan de hand van het door hem ontwikkelde ‘vierkwadrantenmodel’ kan bij organisaties een brede discussie gevoerd worden over datamanagement, welke waarde data hebben en hoe ermee om moet worden gegaan. Det vierkwadrantenmodel wordt al enige jaren door vele organisaties gebruikt bij dataprojecten.
Het bedrijf Scamander ontwikkelde onlangs een spelvorm van het model, dat de naam Datapoly kreeg. Damhof ontving het eerste exemplaar hiervan in april op het Congres Digitale Agenda 2020. Inmiddels hebben onder meer gemeenten Rotterdam, Enschede, Assen, Emmen, Groningen en Arnhem het al eens gespeeld.

Discussiëren en inspireren

Datapoly ziet er van een afstandje uit zoals Monopoly, maar in plaats van dat spelers straten kopen en verkopen, bewandelen ze het bord met een dataproject. Bij de vakjes moeten ze diverse keuzes over hun project maken en beargumenteren. Er kunnen in het spel diverse onderdelen aangekocht worden voor het project. De ambtenaar bepaald of deze onderdelen nodig zijn. Zo is er een ‘Privacy Station’ en kunnen spelers standaarden, jaarverslagen en visualisatie kopen. Ook kan het project van de deelnemers uitgebreid worden met kostbare predictive analysis en forecasting, die staan voor de duurste straten in Monopoly. Door Datapoly te spelen denken ambtenaren na over welke onderdelen bij het dataproject belangrijk zijn, waarom ze het wel of niet moeten ‘kopen’ en welke obstakels er mogelijk zijn. Het is ook de bedoeling dat ze toelichting geven op hun keuzes, zodat er discussie ontstaat.

‘Alle afdelingen aan één tafel’

Ronald Kok van ontwikkelaar Scamander stelt dat het spel ambtenaren van diverse afdelingen binnen een gemeente aan één tafel kan krijgen en gezamenlijk kan laten nadenken. ‘Door Datapoly krijg je enthousiaste betrokkenen bij elkaar en ontstaat er energie bij gemeentelijke dataprojecten.’
Het spel is al diverse keren gespeeld door gemeenten. Ook bij KING is het geadopteerd. De deelnemende gemeenten reageren volgens Kok zeer enthousiast. Damhof zelf ziet Datapoly als een vorm van ‘Gamification’, en die vorm wordt volgens hem in toenemende mate gezien als een belangrijk middel om te leren. ‘Data is een vreselijk abstract concept. Met het spel stel je mensen in staat data meer te ervaren, natuurlijker te begrijpen wat data toch zo speciaal maakt en begrip te krijgen van de afhankelijkheden.’

Deel dit met uw volgers

GEMEENTEN SPELEN DATAPOLY

Sjoerd Hartholt 18 mei 2017  op binnenlandsbestuur

Ambtenaren die van Monopoly houden, kunnen hun hart ophalen. Datapoly, een serieuzere variant van Monopoly,
wordt door diverse gemeenten gespeeld. Het spel is bedoeld voor ambtenaren die regelmatig aan dataprojecten
werken. Door Datapoly te spelen denken ze spelenderwijs na over diverse vraagstukken rondom data, zoals datakwaliteit en
privacy. Inmiddels heeft ook KING het geadopteerd.

Het model achter het spel

Ronald Damhof, data-architect bij De Nederlandsche Bank, bedacht het model dat de basis vormt voor Datapoly. Aan de hand van het door hem ontwikkelde ‘vierkwadrantenmodel’ kan bij organisaties een brede discussie gevoerd worden over datamanagement, welke waarde data hebben en hoe ermee om moet worden gegaan. Det vierkwadrantenmodel wordt al enige jaren door vele organisaties gebruikt bij dataprojecten.
Het bedrijf Scamander ontwikkelde onlangs een spelvorm van het model, dat de naam Datapoly kreeg. Damhof ontving het eerste exemplaar hiervan in april op het Congres Digitale Agenda 2020. Inmiddels hebben onder meer gemeenten Rotterdam, Enschede, Assen, Emmen, Groningen en Arnhem het al eens gespeeld.

Discussiëren en inspireren

Datapoly ziet er van een afstandje uit zoals Monopoly, maar in plaats van dat spelers straten kopen en verkopen, bewandelen ze het bord met een dataproject. Bij de vakjes moeten ze diverse keuzes over hun project maken en beargumenteren. Er kunnen in het spel diverse onderdelen aangekocht worden voor het project. De ambtenaar bepaald of deze onderdelen nodig zijn. Zo is er een ‘Privacy Station’ en kunnen spelers standaarden, jaarverslagen en visualisatie kopen. Ook kan het project van de deelnemers uitgebreid worden met kostbare predictive analysis en forecasting, die staan voor de duurste straten in Monopoly. Door Datapoly te spelen denken ambtenaren na over welke onderdelen bij het dataproject belangrijk zijn, waarom ze het wel of niet moeten ‘kopen’ en welke obstakels er mogelijk zijn. Het is ook de bedoeling dat ze toelichting geven op hun keuzes, zodat er discussie ontstaat.

‘Alle afdelingen aan één tafel’

Ronald Kok van ontwikkelaar Scamander stelt dat het spel ambtenaren van diverse afdelingen binnen een gemeente aan één tafel kan krijgen en gezamenlijk kan laten nadenken. ‘Door Datapoly krijg je enthousiaste betrokkenen bij elkaar en ontstaat er energie bij gemeentelijke dataprojecten.’
Het spel is al diverse keren gespeeld door gemeenten. Ook bij KING is het geadopteerd. De deelnemende gemeenten reageren volgens Kok zeer enthousiast. Damhof zelf ziet Datapoly als een vorm van ‘Gamification’, en die vorm wordt volgens hem in toenemende mate gezien als een belangrijk middel om te leren. ‘Data is een vreselijk abstract concept. Met het spel stel je mensen in staat data meer te ervaren, natuurlijker te begrijpen wat data toch zo speciaal maakt en begrip te krijgen van de afhankelijkheden.’